In het kader van een herontwikkeling van een groot kantoorgebouw tot luxe tot zeer luxe appartementen en penthouses was sprake van een ingewikkelde contractstructuur waarbij enerzijds een koopovereenkomst met een ontwikkelaar werd gesloten voor de aankoop van het appartementsrecht en anderzijds een overeenkomst met een aannemer moest worden gesloten wat betreft de bouw van de appartementen.
Deze hybride contractstructuur gaf veel onduidelijkheid wie nu waarvoor was aan te spreken. Tijdens de bouw deed zich een vertraging van meer dan een jaar voor. De aannemer wilde de eigenaren dwingen met oplevering van de appartementen in te stemmen terwijl die nog niet opleveringsgereed waren terwijl tegelijkertijd ook de algemeen gemeenschappelijke gedeelten nog niet opleveringsgereed waren.
Het bestuur van de VvE wist zich echter gesterkt door de juridische bijstand van Jos van de Vijver waardoor de powerplay geen kans kreeg.
De appartementen en de algemeen gemeenschappelijke gedeelten werden pas door de eigenaars en het VvE Bestuur geaccepteerd op het moment dat die ook daadwerkelijke opleveringsgereed waren.